Skip to main content

Wintertellingen

Tellen van vleermuizen in grondgedekte winterverblijfplaatsen

Literatuur over dit onderwerp

Handleiding NEM Meetprogramma Wintertellingen Vleermuizen 2024 2011 Haarsma Vleermuizen in mergelgroeven, verschillende aspecten met betrekking tot de in het kader van natura2000 Hollandse vleermuizen in winterslaap Resultaten vleermuisonderzoek tussen Katwijk en Den Haag 2007 2018
Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap. Sommige soorten overwinteren op plekken waar tellingen niet of nauwelijks mogelijk zijn, zoals boomholtes of spouwmuren van huizen. Er zijn echter ook soorten die vooral in grondgedekte objecten overwinteren die voor mensen doorgaans beter toegankelijk zijn, zoals mergelgroeven, bunkers, (ijs)kelders en forten. Bij een wintertelling wordt door een kleine groep vrijwilligers in deze objecten gezocht naar aanwezige vleermuizen. De soorten die met dit meetprogramma worden gevolgd zijn: watervleermuis, meervleermuis, franjestaart, gewone baardvleermuis, vale vleermuis, ingekorven vleermuis en gewone grootoorvleermuis. Andere soorten die in deze objecten worden aangetroffen worden zo zelden aangetroffen (o.a. Brandts vleermuis, Bechsteins vleermuis, grijze grootoorvleermuis) of gebruiken niet telbare objecten (bomen/ woonhuizen) in de winter (o.a. laatvlieger, dwergvleermuizen, rosse vleermuis), waardoor de tellingen voor die soorten niet representatief zijn en geen goede trends te bepalen zijn. Bij het NEM Meetprogramma Wintertellingen Vleermuizen worden overwinterende individuen in winterverblijven geteld. Dit is een project wat wordt gecoordineerd door de Zoogdiervereniging. Elke provincie kent een provinciaal coordinator (proco) als tussen persoon tussen de vrijwilligers en de Zoogdiervereniging.

Telplekken momenteel vol

Anne-Jifke Haarsma
Er is geen mogelijkheid om je op landelijk niveau aan te melden als vrijwilliger voor de NEM-wintertellingen van vleermuizen. Omdat het uitvoeren van een wintertelling verstorend is voor de aanwezige vleermuizen, heeft de telleider er een ontheffing voor nodig, en mag hij of zij maximaal 3 tellers meenemen, inclusief de eigenaar of beheerder van een winterverblijf. Het aantal winterverblijfplaatsen is beperkt en verschilt sterk per provincie. Het aantal vrijwilligers dat al betrokken is bij de wintertellingen is groot. In veel provincies zijn er daarom op dit moment geen nieuwe tellers nodig.