Skip to main content

Dit is de meervleermuis!

  • Titel: Dit is de meervleermuis
  • Main Afbeelding:
  • Inleiding:

    De meervleermuis jaagt in een snelle rechtlijnige vlucht in lange trajecten vlak boven groot open water en langs oevers van plassen, meren, kanalen, rivieren en vaarten. Nederland is een land van water, dus de meervleermuis voelt zich hier helemaal thuis. Vandaar dat het een echte poldersoort is, maar ook doet denken aan de grutto: een bijzondere vogel die ook houdt van het Hollandse landschap.

    Meervleermuizen worden ook wel regelmatig waargenomen boven vochtige weilanden en bosranden, binnen een straal van 500 meter van water. Ze jagen vooral op die insecten die op het wateroppervlak zitten of daar vlak boven vliegen. De prooien worden dan met de relatief grote achterpoten, als het ware van het water geharkt. Boven oevers en langs vegetatie vangen ze insecten (vooral dansmuggen) uit de lucht. De watervleermuis is de enige Nederlandse vleermuissoort met een vergelijkbare jachttechniek.

    Meervleermuizen jagen tot op 10-20 km van de verblijfplaats. Grote afstanden naar het uiteindelijke jachtgebied worden vooral via kanalen, beken, vaarten en brede sloten afgelegd. Boven land volgen ze vaak lijnvormige landschapselementen als bomenrijen, houtwallen en dijken.

    De meervleermuis is waarschijnlijk onze snelste vleermuis. Bij het jagen behalen ze soms snelheden tot wel 35 km/u!

     

Herkenning

De meervleermuis (Myotis dasycneme) is een grote vleermuis, met een gewicht van 14-20 gram en lange relatief brede vleugels met een spanwijdte van 20 tot 30 cm. De buikvacht is grijswit met een donkere ondervacht en steekt duidelijk af tegen de middel- tot donkerbruingrijze rugvacht. De snuit is bruin met - in verhouding tot andere Myotis-soorten - vrij grote neusknobbels. Net als de watervleermuis heeft de meervleermuis opvallend grote voeten die hij gebruikt om insecten van het wateroppervlak te scheppen.

Biotoop en jachtgedrag

De meervleermuis jaagt in een snelle rechtlijnige vlucht in lange trajecten vlak boven groot open water en langs oevers van plassen, meren, kanalen, rivieren en vaarten. Nederland is een land van water, dus de meervleermuis voelt zich hier helemaal thuis. Vandaar dat het een echte poldersoort is, maar ook doet denken aan de grutto: een bijzondere vogel die ook houdt van het Hollandse landschap.

Meervleermuizen worden ook regelmatig waargenomen boven vochtige weilanden en bosranden, binnen een straal van 500 meter van water. Ze jagen vooral op die insecten die op het wateroppervlak zitten of daar vlak boven vliegen. De prooien worden dan met de relatief grote achterpoten, als het ware van het water geharkt. Boven oevers en langs vegetatie vangen ze insecten (vooral dansmuggen) uit de lucht. De watervleermuis is de enige Nederlandse vleermuissoort met een vergelijkbare jachttechniek.

Meervleermuizen jagen tot op 10-20 km van de verblijfplaats. Grote afstanden naar het uiteindelijke jachtgebied worden vooral via kanalen, beken, vaarten en brede sloten afgelegd. Boven land volgen ze vaak lijnvormige landschapselementen als bomenrijen, houtwallen en dijken.
De meervleermuis is waarschijnlijk onze snelste vleermuis. Bij het jagen behalen ze soms snelheden tot wel 35 km/u.

Verblijfplaatsen

Kolonies van meervleermuizen bevinden zich vrijwel altijd in gebouwen zoals op kerkzolders, in spouwmuren en onder dakpannen. Kraamkolonies variëren in grootte van enkele tientallen tot enkele honderden dieren. In Nederland zijn kraamkolonies tot nu toe vooral gevonden in het westen en noorden van Nederland en in veenweidegebieden in Oost Nederland. Maar ook aan de randmeren van het IJsselmeer en in de buurt van de grote rivieren zijn verblijfplaatsen gevonden. In totaal zijn in nederland 45 kraamverblijven van meervleermuizen bekend, met een totale populatie geschat op 10.000 dieren.

Vleermuiskasten en woonhuizen zijn bekend als paarverblijven; ook vindt de paring net als bij de andere soorten van het geslacht Myotis in de winterverblijven plaats. Paarverblijven van meervleermuizen liggen over het algemeen langs trekroutes van zomerverblijven naar winterverblijven. Belangrijke paargebieden zijn onder andere Zeeuws-Vlaanderen (trek naar Noord-Frankrijk en Antwerpen), Flevoland en Gelderland (trek naar Duitsland) en Noord-Brabant (trek naar Zuid-Limburg).

In de winter verdwijnen de meeste meervleermuizen op mysterieuze wijze. In Nederland worden in de winter totaal ongeveer 400 meervleermuizen waargenomen, in buurlanden nog eens maximaal 350 dieren. Voor zover we weten overwinteren meervleermuizen in Nederland in mergelgroeven, bunkers, forten, vestingwerken, oude steenfabrieken en kelders. Ook worden af en toe dieren waargenomen in gebouwen. Belangrijke overwinteringsplaatsen zijn bunkers in de duinen van Zuid- en Noord-Holland en de mergelgroeven in Limburg. Over het algemeen is de meervleermuis een middellange- tot lange afstandstrekker, waarbij verplaatsingen van 200 à 300 km tussen zomer- en winterverblijf bekend zijn. In de bunkers in de duinen overwinteren echter ook regelmatig meervleermuizen die in de zomer in de directe omgeving verblijven.


Een muggen monster

  • Titel: Een muggenmonster
  • Main Afbeelding: muggenlarve
  • Inleiding:

    Wist je dan een meervleermuis elke nacht de helft van haar gewicht aan muggen opeet? Een meervleermuis vrouw weegt ca 22 gream, een man weegt 18 gram. Dat is dus respectievelijk 11 en 9 gram aan muggen. Dat komt neer op ca 2500 tot 3000 muggen per nacht. Een kraamgroep meervleermuizen van 120 dieren kan in een seizoen zo het gewicht van 1 volkswagen polo aan muggen opeten.

    Muggenlarven leven in water en doorbreken het wateroppervlak om te ademen met hun adembuis, of als ze volwassen worden. Juist op het moment dat ze boven stelen, harkt de meervleermuis het beeste met haar poten uit het water.

     

    Beeld: Nick Jansen

    zie voor filmpje facebook of instagram

Jagen boven weilanden

  • Titel: jagen boven weilanden
  • Main Afbeelding:
  • Inleiding:

    Meervleermuizen jagen het liefst in een tweedimensionaal vlak. Ze jagen dus op 1 hoogte door de ruimte - meestal boven het water. Maar onze vlakke weilanden zijn voor #meervleermuizen ook perfect. Niet voor niets dat de #meervleermuis ten minste 25% van de tijd boven vochtige weilanden jaagt! Daarbij hebben ze de voorkeur voor weilanden waarop het vee buiten staat. Want dit betekent dat er ook veel strontvliegen, mestkevers en langpootmuggen aanwezig zijn: een smakelijk maaltje voor de meervleermuis.


    Afbeelding: Louise Prévot

Meervleermuizen houden van huizen.

  • Teaser Afbeelding: Vliegende meervleermuis, door Kamiel Spoelstra
  • Teaser Tekst: Houden wij ook van de meervleermuis?
  • Titel: Meervleermuizen houden van huizen
  • Main Afbeelding: Vliegende meervleermuis, door Kamiel Spoelstra
  • Korte voor-intro:

    Meervleermuizen houden van onze huizen, maar houden wij ook van meervleermuizen? Dat zou eigenlijk wel moeten! Meervleermuizen wijzen ons op een mooie, gezonde en fijne leefomgeving waar mens en natuur elkaar ontmoeten.

  • Inleiding:

    Vleermuizen zijn de enige zoogdieren die écht kunnen vliegen. In Europa zijn alle vleermuizen insecteneters, zo ook de meervleermuis. Omdat vliegen waanzinnig veel energie kost, moet een vleermuis per nacht zo’n derde van z’n lichaamsgewicht aan insecten vangen. Het menu bestaat uit schietmotten, kevers, langpootmuggen, eendagsvliegen en spinnen. Dansmuggen en nachtvlinders vormen het hoofdvoedsel. Meervleermuizen jagen boven grote open watervlakten, boven kanalen, rivieren maar soms ook boven weilanden. Het zijn erg goede vliegers, die vaak het grootste deel van de nacht op jacht zijn naar insecten.

    Meervleermuizen zijn kleine dieren, maar ze kunnen wel knetteroud worden; vijf tot zeven jaar is normaal en leeftijden tot meer dan twintig jaar vormen geen uitzondering. Ook krijgen ze maar één jong per jaar, dit maakt ze erg kwetsbaar. Vooral in de tijd dat er jongen zijn, leven de meervleermuizen in grote groepen in – jawel – onze huizen en gebouwen. Meestal merken we daar niets van, maar soms kan er wel wat gepiep gehoord worden. De vleermuizen hangen in de spouwmuur of op andere veilige, warme(re) plekken. En juist hier gaat het mis: in onze drang om ons energieverbruik te verlagen, willen we massaal onze huizen isoleren. Naast de dakbedekking, worden vooral de spouwmuren nabehandeld. We kunnen het effect van alle verduurzamingsmaatregelen goed terugzien op de populatie meervleermuizen. Deze loopt namelijk al enkele jaren met tientallen procenten terug. Wat de Europese populatie ook niet helpt, is dat het grootste deel daarvan in het Nederlandse laagland voorkomt. Eigenlijk lijkt de problematiek van de meervleermuis op die van onze nationale vogel de grutto: ook daarvan leeft het grootste deel van de Europese populatie in ons dichtbevolkte land.

  • Eerste alinea/onderwerp:

    Het jaar rond

    In onze gematigde klimaatzone houden alle vleermuizen een winterslaap, want in de winter zijn er té weinig vliegende insecten om aan de hoge energiebehoefte te voldoen. Wanneer de dieren halverwege maart ontwaken, hebben ze even tijd nodig om weer op gewicht en in goede conditie te komen. Bij gunstige weersomstandigheden en een voldoende groot voedselaanbod kunnen de vrouwtjes in april zwanger zijn. Ze zoeken elkaar dan op in zogenaamde kraamkolonies, waar dan halverwege mei hun jong geboren wordt. Meervleermuisvrouwtjes zijn supermoeders, ze houden hun jong dan ook het liefst dag en nacht bij zich. Als de jongen groot genoeg zijn, blijven ze tijdens de jacht van de moeder achter in een grote ‘crèche’ in het kraamverblijf, het is daar dan een drukte van belang. Na drie tot vier weken kunnen de jongen zelfstandig vliegen en leren ze jagen; hierna vallen de grote kolonies uit elkaar. De rust in huis keert terug.

    Half juli breekt de migratieperiode en daarbij de paartijd aan. In deze tijd kunnen we mannetjes én vrouwtjes op allerlei plekken in kleine groepjes aantreffen. Vleermuis- of vogelkasten worden in deze periode nog wel eens als tijdelijk onderkomen gebruikt. In september / oktober gaan de meervleermuizen op zoek naar een veilige winterslaapplaats. Ze hebben een voorkeur voor vorstvrije, ondergrondse ruimten. Oudere, meer ervaren dieren zullen steeds terugkeren naar de plaats waar ze goede herinneringen aan hebben, ook daarin lijken ze wel wat op ons.

    Leefgebied

    In het laaggelegen noordwesten van ons land leven de meeste meervleermuizen. Ze hebben een sterke voorkeur voor huizen uit de jaren 50 tot 80. Deze huizen beschikken bijna allemaal over een spouwmuur, maar deze is tijdens of sinds de bouw niet geïsoleerd. Zo’n ruimte is in een perfecte plek voor een kraamkolonie: veilig, droog en warm! Vanaf eind april zoeken de dan drachtige vrouwtjes elkaar op in zo’n locatie, het kan dan gezellig druk worden!

  • Eerste Afbeelding (verplicht): Meervleermuis, door Peter Twisk
  • Onderschrift afbeelding 1 (verplicht): Meervleermuis, door Peter Twisk
  • Tweede alinea/onderwerp:

    Een vleermuis verdwaald in huis, wat te doen?

    Zoals gezegd zoekt de meervleermuis graag onze huizen en gebouwen op. In juli en augustus, als jonge, onervaren dieren voor het eerst uitvliegen, kan een jong ons huis bínnenkomen. Dát is nooit z’n bedoeling! Het diertje zal in paniek rondvliegen, op zoek naar een uitweg. Probeer een binnen rondvliegende vleermuis niet te vangen, maar maak de ruimte donker en zet het raam naar buiten wagenwijd open. Zo kan het vleermuisje in de avondschemering het huis snel verlaten.

    Wanneer een vleermuis in de tuin of in huis niet wegvliegt, is er iets anders aan de hand. Het diertje kan dan gewond of ziek zijn. Raap het niet met blote handen op. Als het nodig is om de vleermuis in veiligheid te brengen – zodat bijvoorbeeld kinderen of een kat er niet bij kunnen – dan kan het met een omgekeerd potje en een stukje karton met wat gaatjes erin gevangen worden. Neem daarna contact op met een deskundige van de Zoogdiervereniging, vleermuis.net of een plaatselijke dierenambulance/ wildopvang / vogelasiel. Zij zullen je adviseren of sturen een deskundige langs.

     Bescherming

    Juist omdat vleermuizen zo kwetsbaar zijn, maar ook omdat ze zo'n belangrijke rol in de natuur hebben (ze kunnen wel zo’n 3000 insecten per nacht eten!), heeft de overheid alle ins ons land voorkomende vleermuissoorten wettelijk beschermd. Ze mogen niet gevangen, gedood of in hun verblijfplaatsen verstoord worden.

    Kunnen we dan helemaal niets doen?

    Om deze prachtige soort voor ons land te behouden kunnen we rekening houden met een aantal punten:

    • Probeer bij nieuwbouw écht natuurinclusief te bouwen; niet door het inbouwen van kasten, maar door het creëren van serieuze vervanging van spouwen. Toegang geven tot een bestaande spouw helpt natuurlijk ook, vooral als deze op de ‘warme’ zuidwestzijde van het huis gericht is.
    • Gewone buitenverlichting schrikt vleermuizen af, wanneer er toch verlichting moet worden aangebracht, gebruik dan ‘vleermuisvriendelijk’ licht. Ook andere nachtdieren profiteren hiervan.
    • In stand houden van verlichtingsvrije vliegroutes (bv. bomensingels) als verbinding tussen verblijfplaatsen en jachtgebieden.
  • Tweede Abeelding: Waar kunnen vleermuizen in huis zitten, door Peter Twisk
  • Onderschrift afbeelding 2: Waar kunnen vleermuizen in huis zitten, door Peter Twisk
  • Derde alinea/onderwerp:

    Tot slot

    Meervleermuizen zijn vooral enorm interessante dieren; door hun nachtelijke levenswijze, hun echolocatiesysteem (‘zien met geluid’), hun fabelachtige wendbaarheid in de lucht en het houden van een winterslaap om de voedselarme winter door te komen. Bovendien laat hun voorkomen in onze nabijheid ons zien dat we in een fijne, groene buurt wonen. Dat maakt dat meervleermuizen onze bescherming méér dan waard zijn! Ga eens mee op een vleermuisexcursie in de buurt en de kans is groot dat deze dieren voorgoed een plekje in je hart veroveren.

    Wil je meer weten? Lees het artikel “Woningisolatie bedreigt de meervleermuis” in De Levende Natuur (DLN), te vinden op deze website.

    Onze deskundigen zijn beschikbaar voor vragen en advies via http://www.vleermuis.net en http://www.zoogdiervereniging.nl/vleermuizen https://www.checklistgroenbouwen.nl/soorten/soort-details/meervleermuis

    Vleermuisexcursie? Kijk eens op http://www.nachtvandevleermuis.nl

  • Slot:

    Colofon

    Deze folder is een uitgave van de Zoogdiervereniging en de Vleermuiswerkgroep Nederland (VLEN).

    Tekst:                                        Jan P.C. Boshamer, Kris Lammers

Mot versus meervleermuis, een wapen wedloop

  • Titel: Mot versus meervleermuis, een wapen wedloop
  • Main Afbeelding: kleine hermelijn vlinder
  • Inleiding:

    Wist je dat motten meervleermuizen kunnen horen? Een mot kan het hoog frequente geluid van een meervleermuis horen, en om te voorkomen dat hij wordt opgegeten laat een mot zich bliksum snel uit te lucht vallen, of gaat juist als een speer omhoog vliegen. Meervleermuizen hebben daar wat op gevonden. Om te voorkomen dat motten hun tijdens de jacht horen gebruiken ze een silent mode, met bijna geen geluid. Motten zullen op hun beurt weer beter worden om deze silent mode te herkennen, een wapen wedloop.

    foto's van Douwe van der Ploeg en Nick Jansen

  • Eerste Afbeelding (niet-verplicht): plakker

Muggenrijk ondiep water

  • Titel: muggenrijk ondiep water
  • Main Afbeelding: vleermuis eet een mug van een bord
  • Inleiding:

    In het vroege voorjaar vliegen er nog relatief weinig insecten. Lastig dus voor een meervleermuis om aan voldoende voedsel te komen. Zwangere vrouwtjes hebben in deze periode behoefte aan extra voedsel. Om zeker te weten dat ze tijdens hun zwangerschap genoeg te eten hebben, zijn kraamgroepen het liefst in de buurt van ondiep water (minder dan 2 meter). Ondiep (troebel) water wordt in het voorjaar net iets eerder warm, waardoor insecten ook net iets eerder actief worden. Dit kleine voorsprongetje kan het verschil maken bij het succesvol grootbrengen van een jong.

     

    tekening: illusterre

Schoon bord

  • Titel: Schoon bord
  • Main Afbeelding: Meervleermuis vangt een insect van het wateroppervlakte.
  • Inleiding:

    Het wateroppervlakte is voor een meervleermuis het bord waar ze hun eten op vinden. Net boven het water vliegen allerlei muggen en andere insecten die ze kunnen eten. Maar ook óp het wateroppervlakte liggen allerlei insecten. Muggen leven namelijk als larve onder water. En als ze uitsluipen (volwassen worden) zitten ze tijdens dit proces op het water. Een lekker hapje voor een meervleermuis die deze verse muggen met haar achterpoten uit het water harkt. Voor de meervleermuis is het dan wel belangrijk een relatief schoon bord te hebben, zonder kroos of waterplanten. Want het verschil tussen kroos en een mug is met echolocatie wel heel erg klein.

     

    Illustratie: Louise Prévot

Verblijfplaatsen tellen

  • Titel: verblijfplaatsen tellen
  • Main Afbeelding: activiteit bij een verblijfplaats (A. Haarsma)
  • Onderschrift Main afbeelding: Schematische weergave van activiteit bij een verblijfplaats
  • Korte voor-intro:

    test

  • Inleiding:

    test

  • Eerste alinea/onderwerp:

    test

Wat

Vlak voor het uitvliegen kan bij grote (kraam)kolonies gekwetter vanuit de verblijfplaats hoorbaar zijn. Omdat de meervleermuizen wel 60 meter kunnen kruipen tot de uitvliegopening, is dit echter niet altijd hoorbaar. Meervleermuizen vliegen later op de avond uit en komen eerder in de nacht weer in de verblijfplaats terug ten opzichte van dwergvleermuizen. Hierdoor is het praktisch om aanvullend een warmtebeeldcamera te gebruiken, omdat de uitvliegende dieren in het donker of op grote hoogte moeilijk te onderscheiden zijn. Soms is het best lastig om te zien of een vleermuis uitvliegt of langsvliegt. Let daarom op het vlieggedrag: een uitvliegende vleermuis laat zich duidelijk vallen en een langsvliegende vleermuis houdt veel meer dezelfde hoogte aan. De meervleermuizen vliegen één voor één of in groepen tot tien dieren uit. Het gebruik van meerdere uitvliegopeningen vormt geen uitzondering.

Mogelijkheden

Systematisch uitgevoerde verblijfplaatstellingen kunnen gebruikt worden om een landelijke populatietrend mee te bepalen

Beperkingen

Omdat een kolonie zich soms over een netwerk van meerdere verblijfplaatsen verdeeld is het nodig om een simulataantelling uit te voeren